Hoe kom ik rond tot de AOW?

Getty Images


Wordt u dit jaar 65? Dan moet u misschien negen maanden wachten op de eerste AOW-uitkering. Dat is soms te overbruggen door het aanvullend pensioen alvast te laten uitkeren voordat de AOW komt.

De 65ste verjaardag is helaas niet meer het omslagpunt tussen werken en met pensioen gaan. Of, zoals het officieel heet: de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken. Door het opschuiven van dit recht op staatspensioen krijgt iedereen die 65 jaar wordt, in de eerste helft van 2016 (vóór 1 juli), zes maanden later pas de eerste maandelijkse uitkering van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Wie in de tweede helft van dit jaar de 65ste verjaardag viert, moet zelfs negen maanden lang wachten op het overheids­pensioen. Voor sommigen is dat een tegen­valler: ze hadden gerekend op AOW vanaf 65 jaar.

Gewoon langer doorwerken, is de boodschap van de overheid. Maar zo vanzelfsprekend is dat niet. Van de mannen boven de 60 jaar heeft volgens het Centraal ­Bureau voor de Statistiek slechts 58 procent een (deeltijd)baan. Van de vrouwen ouder dan 60 heeft slechts  21 procent een (deeltijd)baan.  Sommige uitkeringen lopen door tot de nieuwe, hogere AOW-leeftijd, maar niet allemaal. De WW bijvoorbeeld meestal niet; die heeft een persoonlijke looptijd die niet op het pensioen hoeft ‘aan te sluiten’. Wie al eerder gestopt is met werken – bijvoorbeeld met een vertrekregeling – en de WW als aanvulling heeft, komt veel geld tekort als de 65ste verjaardag aanbreekt. Komt de eerste AOW pas een half jaar later? Dat kan zomaar meer dan €5000 aan misgelopen AOW-uitkering kosten. Prepensioen stopt over het algemeen ook op de 65ste verjaardag. De tienduizenden 60-plussers die nu al gestopt zijn met werken, of die minder werken, moeten kortom een steeds groter wordend financieel gat overbruggen.

Steeds later met pensioen

De komende jaren zal het recht op AOW steeds verder opschuiven. Mensen die na 1 mei 1954 geboren zijn, moeten tot hun 67ste wachten op de AOW. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting. Dan schuift de AOW-leeftijd waarschijnlijk nog verder op. Op www.svb.nl kunt u berekenen wanneer u recht krijgt op AOW.

Aanvullend pensioen inzetten

De vraag is dus: wat te doen? Het financiële gat kan mogelijk worden overbrugd met het aanvullend pensioen. Dit pensioen is meestal via de werkgever opgebouwd en wordt daarom ook vaak bedrijfspensioen genoemd.  Het aanvullend pensioen kan vaak ‘naar voren’ worden gehaald en keert dan dus gewoon al vanaf 65 jaar uit (soms ook al vanaf 60 jaar). Wie in 2016 of 2017 65 jaar wordt, heeft meestal genoeg pensioen opgebouwd om dit te kunnen doen.

Maar let op: een aanvullend pensioen dat eerder wordt uitgekeerd dan de AOW, zal levenslang lager zijn. Als het gaat om een vervroeging van zes of negen maanden, is dat nog te overzien (zie het rekenvoorbeeld). Maar het vervroegen van het ouderdomspensioen met bijvoorbeeld twee jaar kan leiden tot een pensioenuitkering die 8 procent lager is. Soms merkt u dat effect niet de eerste jaren, maar wordt de uitkering pas later verlaagd, bijvoorbeeld vanaf 75 jaar. De mogelijkheden kunnen per pensioenfonds verschillen.

Wie het aanvullend pensioen naar voren wil halen, moet dat aanvragen bij het bedrijfspensioenfonds (of de -fondsen) waar het pensioen is opgebouwd. Bij het grootste pensioenfonds, ABP, kan dit bijvoorbeeld via de website. Hiervoor hebt u uw DigiD nodig. ABP raadt aan om dit tijdig te doen: een half jaar van tevoren.

De voorwaarden van vervroegd uitkeren verschillen per fonds. Is er bij meerdere fondsen pensioen opgebouwd? Informeer dan bij de verschillende fondsen naar de mogelijkheden en laat u zo goed mogelijk voorlichten over de gevolgen voor de hoogte van uw pensioen(en).

Doet u niets? Dan volgen de meeste fondsen de AOW-gerechtigde leeftijd. U krijgt dan dus láter dan op de 65ste verjaardag het aanvullend pensioen – pas als u AOW ontvangt – en zit misschien tijdelijk met een lager of geen ­inkomen.

Rekenvoorbeeld

Johan wordt 65 jaar op 1 februari 2016. Omdat hij 65 wordt in de eerste helft van 2016, krijgt hij pas zes maanden na zijn verjaardag zijn eerste AOW-uitkering. Laat hij zijn aanvullend pensioen wel of niet eerder uitkeren om het gat te overbruggen? Als Johan ervoor kiest om zijn aanvullend pensioen meteen vanaf zijn verjaardag te laten uitkeren, ziet dat pensioen er zes maanden (vanaf zijn verjaardag tot hij AOW krijgt) als volgt uit:

Aanvullend pensioen     €2570

Belasting*                 - €1000

Premie Zvw               - €160

Netto                        €1410

* Goed om te weten: vanaf het moment dat hij AOW krijgt, valt hij in een gunstiger belasting­tarief en houdt hij meer over van zijn aanvullend pensioen.

Als Johan ervoor kiest om zijn aanvullend pensioen pas te ontvangen vanaf het moment dat hij AOW krijgt (dus: pas vanaf zes maanden na zijn 65ste verjaardag), krijgt hij per maand ruim €500 meer aan aanvullend pensioen. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door het belastingvoordeel dat hij als AOW’er krijgt.

Aanvullend pensioen   €2600

Belasting*               - €530

Premie Zvw            - €120

Netto                      €1950

In dit rekenvoorbeeld ontvangt Johan, als hij zijn aanvullend pensioen vanaf zijn 65ste ­verjaardag ‘vervroegd’ laat ­uitkeren, zes keer €1410 per maand. In totaal is dat €8460. Na die zes maanden krijgt hij (ook) AOW. Door het vervroegd uitkeren van het aanvullend ­pensioen wordt dit pensioen ­levenslang iets verlaagd.

Wel/niet doen:

aanvullend pensioen eerder laten uitkeren

Jazeker!

• Waarom wachten? Stel: ­iemand wordt 65, maar krijgt pas zes of negen maanden  later AOW. Een aanvullend pensioen van bijvoorbeeld €700 netto per maand levert na zes maanden een bedrag op van €4200. Na negen maanden €6300.

• Het vervroegd laten uitkeren van het aanvullend pensioen kan pure noodzaak zijn. Bijvoorbeeld als er geen andere ­inkomsten zijn om het AOW-gat te overbruggen. Of als er geen spaargeld is.

• De regeling kan een optie zijn voor oudere zzp’ers die in het verleden bij een bedrijf hebben gewerkt en toen een aanvullend ­bedrijfspensioen hebben ­opgebouwd.

Mooi niet!

• Als iemand 65 wordt maar gewoon nog in dienst is (en blijft) bij een bedrijf of instelling, en daar dus ­pensioenpremie betaalt, kan het­ aanvullend pensioen niet naar ­voren worden gehaald.

• De situatie kan ook zijn dat ­iemand niet meer in dienst is van een bedrijf of instelling, maar toch voldoende inkomsten heeft. Waarom zou diegene het aanvullend pensioen al op 65-jarige leeftijd laten uitkeren? Als het pensioen nog wat kan groeien, wordt de uitkering later hoger. Het aanvullend pensioen kan zelfs tot vijf jaar na de AOW worden uitgesteld. Dat zou bijvoorbeeld op een jaarlijks aanvullend pensioen van €12.000 zomaar €2000 extra per jaar kunnen opleveren, vanaf 70-jarige leeftijd.

Auteur