Hebben we straks meer of minder te besteden?

Wat Rutte III écht voor u betekent

Getty Images

Het Nationaal Instituut Budgetvoorlichting heeft de gevolgen van de plannen van Rutte III berekend. Die geven een beter beeld van wat ons in 2021 te wachten staat.

AOW-ers: profiteren nauwelijks

Volgens het Nibud profiteren huishoudens boven de AOW-leeftijd niet van de loonstijging. De AOW stijgt wel de komende vier jaar, maar de verwachting is dat de aanvullende pensioenen nauwelijks omhoog gaan de komende jaren. Hierdoor is het voor AOW-gerechtigden met een aanvullend pensioen vaak lastig om de verwachte prijsstijgingen op te vangen. Met name ouderen met een hoog aanvullend pensioen (meer dan 15.000 euro per jaar) gaan erop achteruit in 2021.
De ouderenkorting wordt wel verhoogd en minder snel afgebouwd, maar dat is met name voordelig voor ouderen met alleen AOW of met AOW en een klein aanvullend pensioen: zij hebben nog wel een kleine koopkrachtstijging.

Huurders: opgelet

Het kabinet-Rutte III is ook van plan om de inkomensgrenzen in de huurtoeslag af te schaffen. Nu krijg je bij een bepaald inkomen helemaal geen huurtoeslag meer, vanaf 2021 wordt dat geleidelijk minder. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de huurtoeslag wordt. Deze maatregel zorgt ervoor dat huishoudens die nu geen recht op huurtoeslag hebben, dat in 2021 wel hebben. Dit kan voor sommige huishoudens heel gunstig uitpakken en meer dan 160 euro per maand schelen. Een alleenstaande oudere met AOW en een aanvullend pensioen van 7500 euro gaat er in 2021 bijna 10 procent op vooruit, dit is 166 euro per maand. Hij zou er slechts 1,6 procent (27 euro per maand) op vooruit gaan als hij in een huurwoning zonder huurtoeslag woonde.

Werkenden: 4-6 procent erbij

De koopkracht van alle werkenden stijgt – afhankelijk van hun situatie – met zo’n 4 tot 6 procent in de komende vier jaar. Dit komt omdat de verwachte loonstijging hoger is dan de prijsstijging. Ook profiteren zij van de hogere arbeidskorting en lagere belastingtarieven. Werkenden met een relatief laag inkomen tot 20.000 euro per jaar hebben een minder grote koopkrachtstijging. Het grootste deel van hun inkomen valt in de eerste belastingschijf. Dit belastingtarief stijgt, waardoor ze in 2021 meer belasting betalen. De verandering van het belastingstelsel is wel gunstig voor middeninkomens en hoge inkomens: zij betalen hierdoor juist iets minder belasting.

In de bijstand: nauwelijks vooruitgang

Huishoudens met een bijstandsuitkering gaan er nauwelijks op vooruit. Hun koopkracht stijgt over vier jaar minder dan 2 procent. Bijstandsgerechtigden hebben geen voordeel van de hogere arbeidskorting en de uitkeringen stijgen minder snel dan de lonen. Een alleenstaande in de bijstand heeft in 2021 per maand 21 euro meer te besteden dan dit jaar. Voor een alleenstaande met een kind is dat 15 euro.

Gevolgen van de btw-verhoging

Rutte III wil het lage btw-tarief verhogen van 6 procent naar 9 procent. Over de gevolgen daarvan zijn de mening verdeeld: raakt het vooral de rijken of de minder rijken? Volgens het Nibud zit in het lage btw-tarief nu een aantal noodzakelijke producten en diensten, zoals voedingsmiddelen. De btw-verhoging leidt tot een verhoging van de inflatie van ca. 0,7 procentpunt.
Gemiddeld besteden huishoudens ongeveer 20 procent van hun budget aan goederen en diensten in het lage btw-tarief. Sommige huishoudens geven echter meer dan 20 procent van hun budget uit aan goederen en artikelen in het lage btw-tarief en zij hebben dus extra nadeel van de btw-verhoging. Voor een paar in de bijstand met twee kinderen is een budgetaandeel van 27 procent in het lage tarief volgen het Nibud een realistische schatting.

Bron: Nibud

Auteur