Contant geld is belangrijk voor de stabiliteit van het betalingsverkeer als elektronisch betalen tijdelijk niet werkt. Als toonbankbetalingen op grotere schaal enige tijd niet mogelijk zijn, kan dat ontwrichtende maatschappelijke gevolgen hebben. Het gaat daarbij om producten waarvan de aankoop niet kan wachten, zoals levensmiddelen, of diensten die al zijn afgenomen, zoals het afrekenen in een restaurant.
Contant betalen moet daarom mogelijk blijven in de toekomst. Dit is het standpunt van het MOB (Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer) en De Nederlandsche Bank (DNB). Ook in minder extreme gevallen is contant betalen een uitkomst. Denk aan mensen zonder pinpas, zoals veel jongeren, mensen met een visuele beperking, mensen die contant geld gebruiken om niet te veel uit te geven en mensen die in sommige situaties anoniem willen blijven. In al die gevallen moet het mogelijk blijven om contant te betalen.
Scandinavië
MOB en DNB wijzen daarbij op de ontwikkelingen in Scandinavië. Noren en Zweden betalen relatief veel vaker met de pinpas dan Nederlanders. Het aandeel contante betalingen is er minder dan twintig procent. In Nederland is dat ruim dertig procent. In Noorwegen zijn al vroeg wettelijke maatregelen genomen om te zorgen dat contante betalingen mogelijk bleven. In Zweden zijn soortgelijke maatregelen pas genomen toen er daadwerkelijk knelpunten bleken. Het MOB wil dat winkels en andere 'toonbankinstellingen' in de toekomst contant geld blijven accepteren, tenzij er specifieke redenen zijn, zoals veiligheid. Het MOB kiest hierbij voor vrijwilligheid. Winkels mogen zelf beslissen welke betalingswijzen ze accepteren.
Bron: De Nederlandsche Bank