Moet de Nederlandse overheid ingrijpen als een luchtvaartmaatschappij weigert om passagiers compensatie te betalen voor een vertraagde vlucht? Dat is de essentie van zogenoemde prejudiciële vragen die de Raad van State heeft gesteld aan het Europese Hof van Justitie in Luxemburg.
Luchtvaartmaatschappijen zijn verplicht om passagiers bij vertraging compensatie te betalen, tenzij er sprake is van overmacht. De compensatie kan oplopen tot €400 bij een vlucht binnen de EU en €600 bij een vlucht buiten de EU. In praktijk blijkt het zeer lastig voor passagiers om hun rechten te halen en beroepen luchtvaartmaatschappijen zich vaak op overmacht.
Compensatie geweigerd
In twee zaken hebben passagiers de overheid gevraagd op te treden tegen de KLM en Royal Marco, omdat deze twee maatschappijen weigeren de compensatie wegens vertraging uit te betalen. De Raad van State meent dat de overheid, in dit geval de staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu, hier buiten staat, omdat de passagiers een overeenkomst hebben met de luchtvaartmaatschappijen. Bij problemen kunnen de passagiers naar de civiele rechter stappen. Bovendien zijn de mogelijkheden van de overheid weinig effectief in de ogen van de Raad van State.
Uitstel
Toch wil de Raad van State van het Europese Hof weten of Nederland verplicht is te regelen dat de staatssecretaris maatregelen kan treffen in elk geval waarin een verzoek om compensatie wordt afgewezen. Beantwoording van de vragen duurt waarschijnlijk een tot anderhalf jaar. De behandeling van de twee zaken wordt zolang geschorst.
Bron: www.raadvanstate.nl