Mijn vriend en ik wonen samen met een samenlevingsovereenkomst. Vrienden zeiden ons dat we ook een testament nodig hebben omdat er kinderen zijn, maar is dat nou echt nodig?
Ja, in een samenlevingsovereenkomst regel je wie wat bijdraagt aan de huishouding, of er pensioenrechten gedeeld worden en of de gezamenlijke bezittingen aan de langstlevende partner verblijven en hoe. Je erft met een samenlevingsovereenkomst niet van je partner. Ook een verblijvingsbeding biedt onvoldoende zekerheid. Dit beding regelt alleen iets ten aanzien van de gemeenschappelijke zaken zoals het huis dat op uw beider naam staat, de en/of-rekening en de gezamenlijk gekochte inboedel zaken. Alle privé bezettingen verkrijgt de langstlevende partner niet met een verblijvingsbeding. Stelt het verblijvingsbeding dat er voor de zaken die via het verblijvingsbeding verkrijgt, betaald moet worden, dan sta je als langstlevende partner misschien nog met lege handen.
Een testament regelt wie er erft en hoe. Als samenlevingspartner kun je daarmee goed voor elkaar zorgen. Je kunt bijvoorbeeld regelen dat de langstlevende erft en over de gehele nalatenschap mag blijven beschikken, ook over de zaken die via het verblijvingsbeding verkregen worden, inclusief de vergoeding. En misschien nog wel het belangrijkste, door een verblijvingsbeding zonder inbreng van de waarde neemt de erfenis van de kinderen van de partner af, de gemeenschappelijke bezittingen (en schulden) verblijven immers aan de langstlevende en deze vallen daardoor niet in de nalatenschap. Omdat dat wat nagelaten wordt hierdoor erg bescheiden kan zijn, bestaat de kans dat de kinderen een beroep doen op hun legitieme portie. In een testament kunt u opnemen dat die legitieme portie bijvoorbeeld pas opeisbaar is na overlijden van de langstlevende partner anders moet de legitieme na zes maanden uitgekeerd worden. Het verblijvingsbeding beschermt je daar niet tegen.
In getallen: zonder testament en met verblijvingsbeding zonder inbreng: het gezamenlijk bezit, inclusief de hypotheek bedraagt €300.000, de overleden partner bezit zelf nog €50.000 en heeft twee kinderen. Het gezamenlijk bezit verblijft aan de langstlevende partner. De kinderen erven zonder testament ieder de helft van €50.000, oftewel: €25.000. Als de kinderen een beroep doen op hun legitieme portie dan hebben ze ieder recht op een kwart van €225.000 (€350.000/2 + €50.000 = €225.000), oftewel de legitieme portie van een kwart is: €56.250. De langstlevende moet dus €112.500 beschikbaar hebben om de kinderen uit te kunnen betalen. Met een testament kunt u zoals gezegd regelen dat ze de legitieme pas krijgen bijvoorbeeld bij het overlijden van de langstlevende partner.
Een testament is dus zeker aan te raden om de langstlevende niet in de problemen te brengen.