Tot nu toe konden erfgenamen vijf maanden uitstel vragen voor het betalen van de erfbelasting. In sommige gevallen moest daardoor het ouderlijk huis snel verkocht worden om de belasting te kunnen betalen. Vanaf 1 juli 2021 kunnen erfgenamen in sommige gevallen ook vijf jaar uitstel krijgen.
Deze versoepeling moet een eind maken aan 'schrijnende gevallen'. Staatsecretaris Hans Vijlbrief (Fiscaliteit) kondigde al eerder aan de wet op dit punt aan te willen passen, maar dat zou betekenen dat deze regel pas in 2023 in zou gaan. Met een beleidsbesluit zorgt hij er nu voor dat erfgenamen al vanaf 1 juli 2021 van deze versoepeling gebruik kunnen maken.
Wat is schrijnend?
Wat een schrijnende situatie is, is volgens de staatsecretaris afhankelijk van de feiten, de omstandigheden en van het geval. Als voorbeeld wordt in het beleidsbesluit een minderjarige genoemd die het ouderlijk huis erft, maar dat huis moet verkopen om de erfbelasting te kunnen betalen. In dat geval past het langdurige uistel van de erfbelasting.
Als erfgenamen een beroep doen op uitstel van de erfbelasting, hoeven ze ook geen invorderingsrente te betalen.