Na enkele jaren van krimp is het nagelaten vermogen in 2015 weer groter geworden. Het doorsnee nagelaten vermogen kwam uit op 23,7 duizend euro. Dat wil zeggen dat de helft van de nalatenschappen meer waard was en de andere helft minder. Dit is 800 euro hoger dan in 2014, maar 1.700 euro lager dan in 2011.
Dit blijkt uit recente cijfers van het CBS. In 2015 lieten ruim 146 duizend overledenen 15,5 miljard euro aan vermogen na, 680 miljoen euro meer dan in 2014. Dit vermogen is het saldo van 18,7 miljard aan bezittingen en 3,2 miljard aan schulden. De grootste post is de waarde van de nagelaten woning: 5,9 miljard. Dit is het saldo van de waarde van de woning minus de hypotheekschuld.
Vergeleken met 2007 is het saldo van de bank- en spaartegoeden een belangrijker onderdeel geworden. Het aandeel hiervan in het nagelaten vermogen ging van 30 procent in 2007 naar 34 procent (5,3 miljard euro) in 2015.
Vermogensgroei
Erflater van 65 tot 75 jaar lieten het meeste vermogen na, in doorsnee 33 duizend. Bij oudere erflaters lag dat lager. In 2007 lag de piek in het doorsnee vermogen nog bij de 55- tot 65-jarigen. Het CBS wijst erop dat het opschuiven van de piek het verschil tussen de voor- en de naoorlogse generatie laat zien. In 2007 waren de overledenen van 65 tot 75 jaar voor het merendeel geboren voor de oorlog. In 2015 was een groot deel van de 65-tot 75 jarige overledenen geboren na de oorlog. Vooroorlogse generaties hebben minder vermogen kunnen opbouwen.
Bron: www.netwerknotarissen.nl
