Drie Pluslezers vertellen: ‘Ik hou van de kou’

Foto’s Jiri Büller en privé-archieven | Styling Ronald Huisinga
Foto’s Jiri Büller en privé-archieven | Styling Ronald Huisinga

Voor sommige mensen zijn de Hollandse winters niet koud genoeg. Zij verheugen zich op ijzige landschappen waar de thermometer zomaar min 42 graden aangeeft.

Peter Boogaard (62) klimt graag en is een van de weinige Nederlanders die de hoogste berg van elk continent heeft beklommen.

“Ik heb niets met warm weer. Omdat je daar niets aan kunt doen; je moet je eraan overgeven. Tegen kou kun je je wapenen. Zomers in de Alpen loop ik altijd zonder­ muts en in een T-shirtje met korte mouwen. In de Himalaya ligt dat natuurlijk anders; daar is de juiste uitrusting cruciaal. Tijdens mijn avonturen heb ik veel geluk gehad. Ooit heb ik in Alaska een aantal dagen zonder proviand in een sneeuwhol vastgezeten. Ik werd zo dun dat mijn thermokleding niet meer goed aansloot en ik onderkoeld raakte. Dat is me later nog twee keer over­komen, ik heb ook zwart bevroren wangen gehad en een bevroren­ oog. Dat van die wangen gebeurt wel vaker; het is iets als zonnebrand en trekt vanzelf weg.

Peter Boogaard
Foto’s Jiri Büller en privé-archieven | Styling Ronald Huisinga

Afgelopen voorjaar was het ook heel spannend. Samen met Ariën van de Kolk heb ik als eerste Nederlander de top van de Kangchenjunga bereikt, op de grens van Nepal en India. Het is de op twee na hoogste berg ter wereld en erg lastig om te beklimmen. Tijdens de ­beklimming viel een stuk ijs in mijn linkeroog en kon ik daar niet meer mee zien. Toch bereikte ik de top. Op de terugtocht viel ik, op 8400 meter hoogte, dertig­ meter naar beneden en kreeg ik een steen midden in mijn gezicht, waardoor ik in beide ogen geen zicht meer had. Op die hoogte kan geen helikopter komen. Langzaam raakte ik onderkoeld; ik dacht dat ik er ­geweest was. Twee dagen en nachten lang heb ik op de tast door de sneeuw gebanjerd, ondersteund door de sherpa’s en Ariën. Tot ik, op 6200 meter hoogte,­ door een helikopter opgepikt kon worden. De emoties ­kwamen pas later, toen ik in het ziekenhuis lag.

Afgelopen zomer ben ik alweer gaan klimmen. In de bergsport heb je twee richtingen: de rotsklimmers en de sneeuw- en ijsklimmers. Sneeuw en ijs is leuker; je kunt het met hakken, boren en scheppen meer naar je hand zetten. En met een goede voorbereiding is de kou geen enkel probleem.”

Marijke
Foto’s Jiri Büller en privé-archieven | Styling Ronald Huisinga

Marijke Jansen-Peper (55) woont in ­Zwitserland, maar is ’s winters vooral in Lapland te vinden.

“Ik ben geboren in een heel strenge winter. Op mijn vroegste foto’s lig ik in mijn kinderwagen in het zonnetje buiten in de vrieskou. Mijn oudere broers gooiden­ regelmatig sneeuwballen in mijn kinderwagen; ze beweren dat daardoor mijn voorliefde voor koude is ontstaan. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd, zie ik vooral winterbeelden: buiten spelen in de sneeuw, schaatsen en langlaufen met mijn vader. We gingen vaak naar Zwitserland op vakantie. In de koele lucht van de bergen heb ik me altijd beter gevoeld. Na mijn verpleegstersopleiding ben ik in Zwitserland gaan wonen en werken. Daar heb ik mijn Nederlandse man Coen leren kennen. We houden allebei van skiën en bergsporten, maar in Zwitserland vonden we het ­eigenlijk te druk worden. In 2014 zijn we voor het eerst in de winter naar Lapland gereisd. We hoopten op het echte wintergevoel. Na die week waren we verkocht. In december is het daar heel koud en zijn de dagen extreem kort, maar door de reflectie van de sneeuw baadt het landschap in een sprookjesachtig blauw licht. Alles knispert en glinstert. Ik voel me daar zo gezond en energiek.

In maart zijn de dagen langer en kun je langlauftochten maken. Het is weliswaar minstens 20 graden onder nul, in februari soms wel min 42, maar het is een droge kou die niet tot je botten doordringt. Als bescherming dragen we laagjes en hebben we altijd hete thee mee. Al langlaufend glijd je door een pastelkleurige wereld met bevroren bomen. Pure magie. Ik zou er zo kunnen wonen. Sterker nog, ik heb er drie maanden gewerkt en op mijn 50ste heb ik daar in mijn eentje vijf weken in een hut gezeten. Dat was een grote wens van mij. Elke dag maakte ik lange langlauftochten, hakte hout, bakte brood en koekjes en las ik stapels boeken. Ik heb het er heerlijk gehad. De combinatie van koude, schone lucht, veel buiten zijn en een eenvoudig leven heeft van mij vooral een tevredener mens gemaakt.”

Leo Lansbergen
Foto’s Jiri Büller en privé-archieven | Styling Ronald Huisinga

Leo Lansbergen (71) is sinds zijn 26ste een ­fervent langlaufer en doet dat het liefst in ­Scandinavië en Lapland.

“Zomers kan ik me al enorm verheugen op de winter. Dan ga ik maanden op reis door Noord- en Midden-Europa en doe ik overal aan langlaufwedstrijden mee. Inmiddels heb ik er al aan ruim achthonderd mee­gedaan. Langlaufen is in Noorwegen de nationale­ sport; je ziet het iedereen doen en dat geeft een speciale­ sfeer.

De winters in het hoge noorden zijn een stuk kouder dan bij ons. Ik heb weleens een ­buitentemperatuur van min 33 graden meegemaakt. Dan kun je hooguit een uur buiten sporten. Als je eenmaal de kou langzaam maar zeker je lichaam voelt binnentrekken, moet je stoppen anders raak je onderkoeld. In de tijd dat de schoenen nog niet zo ­waterbestendig waren, heb ik ooit bevroren tenen ­gehad. Daar ben je maanden zoet mee, maar sindsdien is dat me niet meer overkomen.

Ik heb niet alleen goede schoenen maar ook hoesjes voor over de schoenen. Mijn handschoenen en muts zijn ook dubbel. Dunne laagjes werken het best tegen kou, veel beter dan een dik donsjack. Alle uitstekende delen als neus en oren moet je goed beschermen. Die ontberingen schrikken me niet af. Ik voel me juist ­prettig in winters Lapland of Scandinavië. Anders dan de vaak kille, vochtige kou van Nederland voelt de kou daar aangenaam. Het regent er niet en er staat amper wind.

Als ik met min 15 graden met de zon in mijn gezicht over die witte, weidse hoogvlaktes van Noorwegen glijd, is dat voor mij puur geluk. Ik geniet van de schone lucht en de absolute stilte en rust. Als ik zomers wegga, zoek ik ook altijd het noorden of de koelte van de bergen op. Toch geef ik de voorkeur aan een landschap van sneeuw en ijs; dat vind ik nog mooier en puurder.” 

Kou heeft maar liefst negen positieve effecten op je lichaam – van meer energie tot een opgewekter humeur: www.plusonline.nl/positiefeffect