De eerste twee van de vijf corona-sneltests die in Nederland onderzocht werden op betrouwbaarheid, zijn goedgekeurd. De sneltests hebben een kwartier nodig om te vertellen of iemand besmet is met het coronavirus.
Dat maakt de minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge, vandaag bekend tijdens een werkbezoek aan het Amphia Ziekenhuis in Breda. De twee tests zijn goedgekeurd na een onderzoek van het Amphia Ziekenhuis en het UMC Utrecht.
Op zoek naar beste toepassing
De komende weken wordt in de praktijk onderzocht op welke manier de sneltests kunnen worden ingezet, naast de PCR-test die nu in de teststraten wordt gebruikt. De sneltest zal waarschijnlijk niet voor iedereen beschikbaar zijn. Volgens De Jonge kan deze test bijvoorbeeld gebruikt gaan worden in een specifieke teststraat voor mensen in het onderwijs, de zorg of andere vitale beroepen. Ook mensen die positief naar voren komen uit de bron- en contactonderzoeken en gebruikers van de corona-app werden door de minister van Volksgezondheid genoemd als optie.
De Jonge maakt zich geen zorgen over eventuele schaarste aan sneltests. Het ministerie van Volksgezondheid had voordat de testen goedgekeurd waren namelijk al 2,4 miljoen sneltests ingekocht, zodat ze ingezet kunnen worden als ze in een bepaalde situatie geschikt blijken.
Sneltests op drie plekken getest
De sneltests zijn tijdens het onderzoek gebruikt in teststraten in Utrecht, Breda en op Aruba. Aan dit onderzoek deden in totaal 1529 mensen mee. Ter controle is bij die mensen ook een PCR-test afgenomen.
De PRC-test, waarvan de uitslag 24 tot 48 uur later bekend is, is erg nauwkeurig. Dit betekent dat ook een persoon met heel weinig virusdeeltjes in het lichaam een positieve uitslag krijgt. Bij een sneltest is dat niet het geval, die zijn alleen in staat om veel virusdeeltjes te detecteren.