Moeite met meer dan honderd meter lopen zonder stok of kruk? Dan kom je misschien in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerkaart en -plaats. De kosten daarvan lopen per gemeente enorm uiteen.
In Oss en Hardenberg hoeven bewoners niet te betalen voor een gehandicaptenparkeerkaart. En de aanleg van een gehandicap-tenparkeerplaats is in Oss ook gratis. In Delft betalen minder-validen hier meer dan €800 voor. Dat blijkt uit een onderzoek van Plus Magazine naar de kosten van gehandicaptenparkeerkaarten en -plaatsen in de honderd grootste gemeenten van Nederland. Gemiddeld kost een kaart mét een eventuele medische keuring €113.
Iedere gemeente anders
Je kunt de gehandicaptenparkeerkaart aanvragen als bestuurder, als passagier en als instelling. Dat doe je bij de gemeente. De normen om voor de gehandicaptenparkeerkaart in aanmerking te komen zijn landelijk gelijk: niet meer dan honderd meter kunnen lopen en de kwaal duurt minimaal zes maanden.
Kosten keuring
Ondanks de heldere normen voor het toekennen van de gehandicaptenparkeerkaart voert iedere gemeente een eigen beleid bij het toekennen. Zo is een medische keuring vaak verplicht, maar niet altijd. De gemeente kiest meestal de instantie die deze keuring uitvoert, maar soms mag je zelf kiezen. De ene gemeente hanteert één tarief voor aanvraag en keuring, andere gemeenten werken met aparte tarieven voor deze twee onderdelen.
De kosten voor alleen al zo’n keuring lopen sterk uiteen. In Heerlen kost dat bijvoorbeeld €51,30. In Den Haag vraagt de GGD €207,24 voor deze vaak verplichte toets.
In een reactie laat een woordvoerder van de gemeente Den Haag weten dat deze kosten door de GGD zijn vastgesteld en ‘kostendekkend’ zijn. Het tarief omvat onder meer de keuring, het opvragen van de anamnese (ziektegeschiedenis), nader medisch onderzoek en administratieve kosten. Bovendien is de aanleg van een eigen gehandicaptenparkeerplaats in Den Haag gratis en biedt de gemeente een goedkopere variant van de parkeervergunning aan gehandicapten.
Daarna gratis parkeren?
De kaart is maximaal vijf jaar geldig en de meeste gemeenten verstrekken de kaart voor deze periode. Een kaart is persoonsgebonden: er staat een naam op, plus een pasfoto. Dat betekent dat je de gehandicaptenparkeerkaart in elke auto kunt gebruiken. Met een geldige gehandicaptenparkeerkaart mag je parkeren op speciale parkeerplaatsen voor mensen met een handicap. Maar ook bij het parkeren blijft het opletten. Met deze kaart mag je namelijk niet overal gratis parkeren. Als er een bord staat met een maximale parkeerduur, moet je een blauwe parkeerschijf gebruiken. Soms moet je ‘gewoon’ betalen voor een plek of heb je een aanvullende
vergunning nodig.
Ook wat dat betreft voeren gemeenten ieder een eigen beleid en zo is voor mindervaliden die mobiel willen blijven een wirwar aan regeltjes, voorwaarden en tarieven ontstaan. Onder de honderd onderzochte gemeenten vonden we geen twee gemeenten met dezelfde voorwaarden of tarieven. De koepelorganisatie voor gehandicapten en chronisch zieken, Ieder(in), pleit daarom voor eenduidig, bij voorkeur landelijk, beleid en heldere tarieven.
Om snel meer inzicht te krijgen in de parkeermogelijkheden, heeft de belangenbehartiger voor jong gehandicapten Wij Staan Op! een gehandicapten-parkeerapp ontwikkelt. Met deze app kun je zien waar je (gratis) mag parkeren. De app is gratis beschikbaar voor iOs- en Android-toestellen. Meer informatie op www.gpkapp.nl. Er is ook een papieren gidsje, dat à €12,50 te bestellen is via parkeergids@gmail.com.
Eigen parkeerplaats
Als het lastig is om dicht bij huis te parkeren, kun je een eigen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aanvragen. Wanneer je aan de voorwaarden voldoet, legt de gemeente zo’n plaats aan. Ten eerste moet je een gehandicaptenparkeerkaart hebben. Daarnaast doet de gemeente meestal een onderzoek naar beschikbare parkeerruimte en eventuele alternatieven. De kosten voor de aanleg van een plaats verschillen sterk per gemeente. Soms is het gratis, zoals in het eerder genoemde Den Haag. Maar veel vaker kost het honderden euro’s. In Delft is dit het duurst: €817,85.
Tegemoetkoming
De gemeente Delft legt elk jaar zo’n zestig gehandicaptenparkeerplaatsen aan. “De tarieven zijn gebaseerd op de kosten die de gemeente maakt. Het is dus een optelsom van facturen die derden in rekening brengen, een bedrag voor gemeentelijke uren, de kosten van het nemen van het verkeersbesluit en de inrichting van de parkeerplaats. Zoals markering, paal, bebording en onderborden”, aldus een woordvoerder.
Hij wijst er bovendien op dat de gemeente Delft, net als enkele andere gemeenten, vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een tegemoetkomingsregeling heeft voor de aanleg van een parkeerplaats. Die tegemoetkoming is in Delft maximaal €442,35. Informeer altijd bij de gemeente naar de mogelijkheden voor een dergelijke tegemoetkoming.
In onder meer Oss is dat niet nodig. Daar zijn zowel de gehandicaptenparkeerkaart als de -plaats gratis. Volgens een woordvoerder van die gemeente is dat historisch zo gegroeid: voorzieningen voor gehandicapten waren voorheen gratis en zijn dat gebleven. Maar dat gaat veranderen. Vanaf 2021 vraagt Oss een eigen bijdrage van €100, omdat “de kosten binnen het sociale domein stijgen”. In 2019 verstrekte de gemeente Oss nog 531 kaarten gratis. Er werden geen nieuwe gehandicaptenparkeerplaatsen aangelegd.
Misbruik/diefstal
Naast de wirwar aan regels is oneigenlijk gebruik en diefstal van gehandicaptenparkeerkaarten een probleem. Omdat diefstal nu niet centraal wordt geregistreerd, zijn er geen exacte cijfers. De meest recente gegevens stammen uit 2010 en toen werden er naar verluidt 10.000 kaarten gestolen.
Er zou een levendige handel in deze kaarten bestaan: op de zwarte markt zou een kaart €1500 waard zijn. Misbruik is relatief eenvoudig, want al staat de kaart op naam en zit er een pasfoto op: die zit op de achterkant. Als de kaart zichtbaar achter de voorruit van een auto ligt, kun je de pasfoto niet zien. Inmiddels is er in tien gemeenten een proef gestart met een gehandicaptenparkeerkaart op kenteken. De resultaten daarvan zijn nog niet bekend.
Illya Soffer, directeur Ieder(in):
“Voor sommige mensen met een beperking is een gehandicaptenparkeerkaart onmisbaar. Het maakt het verschil tussen wel of niet naar je werk kunnen, je familie kunnen zien of überhaupt de deur uit kunnen. Dat is voor iemand in Emmen net zo belangrijk als voor iemand in Breda. Toch betaal je in de ene gemeente soms twee keer zoveel als in de andere gemeente voor dezelfde basisvoorziening. Dat roept vragen op. Gemeenten moeten wat ons betreft open en eerlijk zijn over hoe de kosten van een gehandicaptenparkeerkaart zijn opgebouwd. Zij moeten laten zien welk gedeelte van de kosten landelijk bepaald is en waar de gemeente beleidsvrijheid neemt. Een landelijke regeling die in alle gemeenten kan worden uitgevoerd, zou wat Ieder(in) betreft veel oplossen. Dat zou zorgen voor transparantie en minder willekeur. Dan is er nog de vraag waarom mensen met een beperking op kosten gejaagd worden voor een basisvoorziening? Dat strookt niet met het VN-verdrag Handicap. Wij vinden het de moeite om te kijken of de gehandicaptenparkeerkaart collectief betaald kan worden. Het blijft hoe dan ook belangrijk dat mensen goed geïnformeerd worden door hun gemeente. Zo komen ze niet voor nare verrassingen te staan, zoals het betalen voor het weghalen van een bord wanneer iemand overleden is.”