Voor het gebruik van mistlicht in de auto gelden strenge regels. Overtreding daarvan kan je dan ook een fikse boete opleveren. Dus wanneer mag je mistlicht eigenlijk aan hebben?
Het mistachterlicht is een extra felle lamp die achteropkomend verkeer moet waarschuwen bij extreem slecht zicht. Het mistlicht aan de voorzijde heeft hetzelfde doel, maar moet er ook voor zorgen dat je als bestuurder beter zicht naar voren hebt. Elke auto die na 1997 gebouwd is, moet verplicht één mistachterlicht hebben. Een mistlicht aan de voorzijde is niet verplicht.
De lampen aan de voorzijde zitten doorgaans in de bumper, zo laag mogelijk boven de weg. Hier is de mist namelijk meestal het minst dicht. Door de felheid en de brede lichtstralen is het licht onder normale omstandigheden zeer hinderlijk voor andere weggebruikers. De boete liegt er dan ook niet om: gebruik je je mistlicht niet op de juiste manier, dan kost dit je €140 exclusief administratiekosten.
Wanneer mag het?
Je mag je mistlichten alleen gebruiken bij extreem slecht zicht. Voor het mistlicht aan de voorzijde geldt dat er ernstige belemmering moet zijn door mist, zware regenval of sneeuw. Hier geldt geen maximale afstand, maar houd als richtlijn een zicht van maximaal 200 meter aan. Voor het voeren van het mistachterlicht zijn de regels een stuk strenger: deze mag je alleen gebruiken als het zicht door mist en sneeuwval minder is dan 50 meter.
Hoe ver kan ik kijken?
Je kunt nooit precies weten hoever het zicht bedraagt, maar gelukkig zijn er een aantal goede referentiepunten. Op de snelwegen zijn dat natuurlijk de hectometerpaaltjes, die 100 meter uit elkaar staan. Binnen de bebouwde kom kun je kijken naar de lantaarnpalen, die doorgaans 25 meter uit elkaar staan; buiten de bebouwde kom is dit meestal zo’n 50 meter. Maar ook andere auto’s zijn referenties: als je de auto voor je kunt zien, dan kun je ervan uitgaan dat de auto achter je jou ook kan zien.
Zo zet je je mistlicht aan
Ook als je automatische verlichting hebt, moet je je mistlicht altijd handmatig aanzetten. Dit komt omdat de sensoren van automatische verlichting niet altijd goed kunnen meten hoe dicht de mist is. Je herkent je mistlicht aan de volgende symbolen.
De icoontjes voor de mistlichten voor (links) en achter (rechts).
Het lijkt op het symbooltje voor het dimlicht, maar het lichticoontje van het mistlicht is kleiner en er loopt een kronkelende verticale lijn door de lichtstralen. Wijzen de lichtstralen naar links en de grond en is het icoontje groen van kleur, dan is dit je mistlicht aan de voorzijde. En wijzen de lichtstralen naar rechts, zijn ze horizontaal en is het icoontje rood/oranje van kleur, dan gaat het om je mistachterlicht. Let op: als je geen mistlicht aan de voorkant hebt, kan het icoontje voor het mistachterlicht ook naar links wijzen. Maar de kleur en de positie van de lichtbundels geven aan dat het om je achterlicht gaat.
Bronnen: Allianz