De deelauto, ooit in het leven geroepen om autobezit te verminderen, wordt amper gebruikt. Slechts twintig procent van de bijna miljoen ingeschrevenen bij een deelautodienst, maakte er de afgelopen drie jaar gebruik van. Dat laat het Kennisinstituut Mobiliteit (KiM) weten.
De voorspelling luidde in 2015 nog dat deelauto’s 20 procent van de automobilisten zou aanspreken. De overheid en het bedrijfsleven streefden naar 100.000 deelauto’s en 700.000 gebruikers.
Hoogleraar transportbeleid Bert van Wee van de TU Delft, zei destijds in het AD dat deelauto’s gangbaar zouden worden, omdat ze goedkoper en praktischer zijn en grote milieuvoordelen hebben. Deelauto’s zijn kleiner, zuiniger en vaker elektrisch dan een gemiddelde auto.
De hoge verwachtingen kwamen niet uit: slechts 200.000 mensen hebben de afgelopen drie jaar minstens één keer een deelauto gebruikt. Dat is 2 procent van de mensen met een rijbewijs. Van deze actieve autodelers gebruikt meer dan de helft de deelauto hoogstens een paar keer per jaar. Verder valt de verwachte daling van het autobezit tegen. Sinds 2015 kwamen er zelfs 915.000 personenauto’s in Nederland bij.
Marco van Burgsteden van kennisplatform voor mobiliteit Crow, stelt in het AD dat het gebrek aan animo voor deelauto’s vermoedelijk aan de hoge prijs ligt. Een ritje van 100 kilometer met een Greenwheels-auto kost bijvoorbeeld bijna 120 euro. Alleen als je dat ritje één keer per maand maakt, is de deelauto voordeliger dan een personenauto, daarna wordt het snel duurder. Wat volgens Van Wee ook meespeelt, is dat voor een deel van de mensen de personenauto, in vergelijking met de deelauto, meer plezier en status geeft.